Keltische feestdagen

De Kelten kenden verschillende feesten. Imbolc, Beltain, Lughnasadh en Samhain zijn hiervan de belangrijkste en verdelen het jaar in vieren. De druïden lieten dagen beginnen na zonsondergang, vandaar dat alle feesten op de vooravond van een bepaalde datum beginnen.

Imbolc

Imbolc werd gevierd vanaf de vooravond van 1 februari. Het feest was gewijd aan de lichtgodin Brigid. Het werd traditioneel in verband gebracht met de zoogtijd van ooien. Het lichtfeest vierde het langer worden van de dagen, de hoop op wedergeboorte en de lente.

Een traditie die hoorde bij Imbolc is die van Brigid’s bed. De jonge meisjes van een stam maakten een graanpop, Brigid, en versierden deze met o.a. strikjes. De gehuwde vrouwen maakten een Bruidsbed waar ze Brigid in konden leggen. Op 31 januari, St. Brigid’s Eve, komen de jonge ongehuwde vrouwen samen en waken ze ‘s nachts over de korenpop Brigid. Later krijgen ze bezoek van ongehuwde jongemannen die hen en de pop respect betoonden, terwijl de oudere vrouwen thuis bleven voor andere ceremonies. Voor het slapengaan werd de haard gedoofd met water en de as werd gladgeveegd. De volgende ochtend keek men of er een merkteken te zien was, als bewijs dat Brigid was langsgekomen. In de dagen hierna werd het Bruidsbed van huis naar huis gedragen en overal met veel eer ontvangen. De aanwezigheid van de godin Brigid was erg belangrijk, aangezien zij als lichtbrengster de levenskracht van mensen weergaf en symbool stond voor de overgang van winters dieptepunt naar de lente.

Beltain

Beltain werd op de vooravond van 1 mei gevierd en was een feest ter ere van de god van leven en dood, Bel. Beltain, ook wel geschreven als Beltane, Beltaine, Bealtaine of Bealtane, stond in het teken van bloei en bevruchting. Het was de tegenhanger van Samhain. Eerst was het feest een reinigingsritueel om te smeken om vruchtbaarheid en bescherming tegen ziekten. Mensen en vee werden tussen het vuur door geleid als symbool voor het verdwijnen van onvolkomenheden en om ervoor te zorgen dat nieuwe groei een zuiver begin kon hebben, zonder ziekte en zonde. Keltische druïden legden twee grote noodvuren aan. Eerst ging het vee er doorheen, daarna de mensen. In de Keltische mythologie is Beltain een magische dag waarop grenzen tussen de werkelijkheid en de Andere Wereld vervagen en wonderlijke dingen gebeuren. De levenden kunnen deze wereld verlaten en bijvoorbeeld het elfenrijk bezoeken. Volgens veel verhalen zorgde het voor groot ongeluk als bepaalde handelingen, zoals een huwelijk, voltrokken werden tussen Samhain en Beltain. Het was beter om te wachten tot de lente en niet te haasten om de handeling vlak voor Samhain te laten plaatsvinden.

Lughnasadh

Dit feest werd gevierd op de vooravond van 1 augustus en was gewijd aan de zonnegod Lugh. Het vierde de oogst, de overvloed van de natuur en het begin van de herfst. Er was een festival van 15 juli t/m 15 augustus ter ere van de licht- en zonnegod. De viering vond plaats door middel van dans en vuur. Ook waren er rituele atletiekwedstrijden en vond er ruilhandel en koppelarij plaats. Men bezocht heilige bronnen en offerde de eerste vruchten van de oogst. Van het nieuwe eten en braambessen werd een feestmaal bereid, waarbij een stier werd geofferd. Daarnaast was er een ritueel toneelstuk met dans, waarin Lugh de oogst voor de mens grijpt. Veel van de activiteiten die bij Lughnasadh horen, vonden plaats bovenop bergen en heuvels.

Samhain

Samhain is een nieuwjaarsfeest dat gevierd wordt rond de vooravond van 31 oktober, maar door het gebruik van een maankalender is een precieze datum niet vast te stellen. Het feest viert de overgang van de zomerperiode naar (het begin van) de winter. Kelten rekenden ‘in nachten en in winters’ volgens Julius Caesar. Dagen begonnen na zonsondergang, het nieuwe jaar begon tegelijk met de winter. In de nacht van Samhain kwamen de godenwereld en de materiële wereld dicht bij elkaar, waardoor een overgang tussen de twee mogelijk was. Met Samhain keerde de Cailleach, wie eerst een moedergodin en later een vruchtbaarheidsgodin was, terug om als koningin van de winter te heersen. Door het vervagen van de grens tussen de twee werelden was het mogelijk voor elfen om in onze wereld te komen. Voor hen werd eten voor de deur gezet, om plagerijen zoals het laten verzuren van melk of het laten schrikken van mensen te voorkomen. De portalen konden grafheuvels, elfenheuvels, sprookjesheuvels dolmen (hunebedden) of toverterpen zijn. Deze plekken werden ooit vereerd als de verblijfplaats van een god of godin.