Het begin van alle dingen

Helemaal in het begin was er alleen Ginnungagap, de oneindige leegte, tussen Niflheim en Muspelheim. Op een gegeven moment kwamen ijs en vuur bij elkaar en ontstond Ymir, de eerste reus. Ymir was een hermafrodiet (zowel man als vrouw) en had geen partner nodig om voor nieuw leven te zorgen. Uit zijn zweet kwamen meer reuzen en uit de smeltende sneeuw kwam een koe: Audhumbla. Ymir dronk van Audhumbla’s melk en de koe likt het zout van het ijs. Hieruit ontstond Buri of Bor. Hij trouwde met Bestla, de dochter van de reus Bolthorn. Bor en Bestla zijn de ouders van Odin, Vili en Ve.

 

Later besloten Odin en zijn broers Ymir te doden. Ze creërden de wereld uit zijn lichaam. Oceanen van zijn bloed, de grond uit zijn huid en spieren, begroeiing uit zijn haar, wolken van zijn hersenen en de hemel van zijn schedel: Midgard was ontstaan. Ook de eerste mensen werden gemaakt: Ask en Embla, gevormd uit boomstammen. Ten slotte zetten de goden een afscheiding rondom Midgard, om de mensen te beschermen tegen de reuzen.

 

Rond die tijd werden ook de Dwergen gevormd. In een aantal verhalen wordt geschreven dat zij zijn ontstaan uit de maden die in het rottende vlees van Ymir kropen. Vier Dwergen, namelijk Austri, Vestri, Nordri en Sudri, houden de vier hoeken van de lucht vast. Hun namen betekenen (in dezelfde volgorde als hierboven) oost, west, noord en zuid.

 

Het wisselen van zon en maan aan de hemel komt door twee wolven, Sköll en Hati. Deze twee jagen dag en nacht achter de hemellichamen aan. Hati en Sköll zullen de maan en de zon opeten wanneer Ragnarök plaatsvindt. 

Sköll en Hati met de zon en de maan
Sköll en Hati met de zon en de maan