Zeemeermin

Bijna iedereen kent de Disney-zeemeermin Ariël wel. De film, die redelijk anders afloopt dan het oorspronkelijke sprookje, heeft veel invloed gehad op de manier waarop mensen zeemeerminnen zien. Tegenwoordig worden ze vaak afgebeeld als mooie wezens die mannen hun dood in lokken. Toch komt dit beeld niet overeen met de beschrijvingen van ooggetuigen. Is de zeemeermin nou een lieflijk en mooi wezen, of een zeedemon? 

 

Verschillende mensen beweren dat ze een zeemeermin gezien hebben. In 1493 schreef Columbus dat vrouwelijke vormen uit het water rijzen, maar niet zo mooi waren als vaak werd weergegeven. In het logboek van Zwartbaard, een Engelse piraat, is te lezen dat hij zijn bemanning bepaalde wateren laat vermijden, omdat deze betoverd zouden zijn door zeemeerminnen.

Vele jaren later, in 1943, hebben Japanse soldaten verschillende zeemeerminnen gezien. De wezens zouden gezien zijn voor de kust van de Kei-eilanden, verschillende in het water en één op het strand. De zeemeerminnen zouden een roze huid en stekels op hun hoofd hebben, zo’n 1,5 m lang zijn en hun ledematen en gezicht leken op die van een mens. Hun mond leek daarentegen op de mond van een karper. Een aantal waarnemingen werden gerapporteerd aan Sgt. Taro Horiba, die vervolgens om meer informatie vroeg bij de lokale bevolking. Die gaf aan dat de wezens soms vast kwamen te zitten in visnetten en beloofde de sergeant te waarschuwen als er weer een zeemeermin werd gevangen. Uiteindelijk werd er een dood gevonden op het strand. De sergeant bekeek het wezen, was overtuigd en ging terug naar Japan om wetenschappers te overtuigen op de eilanden de zeemeerminnen te bestuderen. Hij werd echter niet geloofd.

 

Animal Planet heeft twee reportages over zeemeerminnen uitgezonden. De eerste heet “Mermaids: the body found” en gaat over restanten van een zeemeermin die door een team in de buik van een haai gevonden waren.  Zodra het nieuws bekend werd, nam de FBI de bewijsstukken af. De tweede reportage, “Mermaids: new evidence”, bevatte een aantal filmfragmenten waarop waarschijnlijk zeemeerminnen te zien zijn. Een van de opnames komt uit het Israëlische kustplaatsje Kiryat Yam. Later bleek dat beide reportages een hoax waren.

 

Er zijn verschillende verhalen waarin zeemeerminnen een rol spelen. Het bekende sprookje ‘De kleine zeemeermin’ van Hans Christan Andersen is er nog maar een van. In Nederland kennen we de zeemeermin van Edam, die na een zware storm in 1403 gevangen zou zijn toen de dijken gebroken waren. Ze is overgebracht naar Haarlem, waar ze spinnen heeft geleerd en een christelijke begrafenis heeft gehad.

 

Nog weer een andere zeemeermin is die van Westenschouwen. De vissers uit de haven in Westenschouwen werden overmoedig en wreed.  Op een dag vingen ze een zeemeermin, die smeekte om vrijlating. De vissers lachten alleen maar en namen haar mee. Uit de zee klinkt vervolgens een stem, als een echo van haar leed. De wrede vissers zagen een zeemeerman, met een bruin gezicht en groene haren, die een kind droeg. Hij zwemt met het schip mee en komt bij de haven. De gevangen zeemeermin is ondertussen stervende en probeert nog een laatste keer haar man en kind te zien. De vissers laten dit toe. De zeemeerman strekt zijn armen uit naar zijn vrouw en roept naar de mensen in de haven: “We hebben ons huis van schelpen gebouwd, we hebben de schelpen stuk voor stuk verzameld. Als de zeemeermin sterft, zal haar laatste gedachte gaan naar het huis. Heb medelijden.” Hij vraagt zich af waarom de mensen haar tijdens haar dood op de donkere aarde willen laten. De mensen aan de kant lachen alleen maar, er is geen plek voor medelijden in Westenschouwen. Het net, met de zeemeermin erin, wordt aan de watertoren gebonden en de mensen hopen dat haar man nogmaals zal smeken om haar leven, maar hij kijkt alleen toe en lijdt onder haar doodsstrijd.

De zeemeermin denkt aan het schelpenhuis in het riet en sterft. De zeemeerman zwemt vlakbij de haven, vlak onder de kust, waar de mensen die niets van zijn verdriet willen missen ook heen gaan. Die mensen vermaken zich uitstekend, maar de zeemeerman is het honende gelach van de mensen, die niet beseffen welke kracht zijn wapens hebben, zat. De zeemeerman gooit wier en zand in de geulen en ondiepten. Vervolgens spreekt hij een vloek uit over het dorpje: “Westenschouwen, ‘t zal u rouwen, dat ge heeft geroofd mijn vrouwe, Westenschouwen zal vergaan, alleen de toren zal blijven staan.” Hierna zwom hij weg, om nooit meer terug te keren. Zijn vloek komt uit: winden en stormen drijven het zand en wier op, mensen vluchten uit hun instortende huizen, maar de toren bleef staan.

 

Ten slotte is er nog een verhaal over een kofschip. Het voer op de Noordzee, maar lag opeens stil. De schipper ging kijken wat er aan de hand was en zag een meerman die aan het roer hing. Hij vertelde dat zijn vrouw in barensnood is en vraagt of de vrouw van de schipper haar wil ondersteunen. Zij heeft zelf zes kinderen en weet wat de zeemeermin meemaakt. Ze aarzelt niet en gaat meteen mee met de zeemeerman. Het schip blijft stilliggen en na lange tijd komt de meerman, met de schippersvrouw, weer boven. De vrouw is droog, alleen de zoom van haar rok wordt nat op het moment dat de schipper haar in zijn armen pakt. Snel zeilt het schip verder en binnen een kwartier is de stilstand ingehaald. De schipper doet nog lang goede zaken en zolang hij de Noordzee bevoer, zat alles hem mee.